Log in om toegang te krijgen tot het magazine
Bezoek ook eens onze website(s) en Social Media.
Vul een zoekterm in om te zoeken binnen alle publicaties.
Log in om toegang te krijgen tot het magazine
Jonge ondernemers
De zon gaat onder als vier jonge hoveniers zich verzamelen in de tuinen bij het Wellant College in Houten. Ze vertegenwoordigen een aanstormende generatie, de toekomst van de branche. Toch verschillen ze onderling. Qua ervaring en ambitie bijvoorbeeld: de een koestert de vrijheid van de zelfstandigheid en werkt graag alleen, de ander bouwt al tien jaar aan een snelgroeiend bedrijf en heeft al flink wat personeel en drie vestigingen.
Op de twintigste editie van De Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg wordt aandacht gegeven aan de actuele arbeidsproblematiek. Minder jongeren zijn geïnteresseerd in het vak en analyses duiden erop dat het tekort aan vakmensen wel eens een remmende factor kan worden bij de groei van bedrijven. De vier jonge hoveniers wisselen hierover onder leiding van hoofdredacteur van het vakblad Tuin en Landschap Ralph Mens van gedachten en denken met elkaar na hoe dit probleem is aan te pakken.
Peter Mecklenfeld is net iets ouder dan zijn gesprekspartners en heeft inmiddels een bedrijf opgebouwd met personeel en drie vestigingen. Hij herkent de problematiek en vertelt dat hij een aantal jaren terug opmerkte dat dit een knelpunt zou kunnen worden. Hij zag het aantal aanmeldingen dalen op de opleiding die hij in zijn jeugd volgde en kreeg zelf minder verzoeken voor stageplaatsen. „Daardoor dacht ik, dit gaat niet de goed kant op.” Onlangs koos hij een rigoureuze oplossing om aan personeel te komen. „De aanvragen namen toe en de rek was eruit qua capaciteit. En ik kon geen goede jongens vinden die bij ons bedrijf pasten. Dus heb ik begin dit jaar een bedrijf overgenomen met goede vakjongens.
Dat was voor mij de enige manier om te groeien in omvang en de
kwaliteit te behouden.” „Als je nu gaat zoeken naar goede mensen, dan wordt het denk ik lastig”, zegt Olaf van Elburg die nog maar net voor zichzelf is begonnen maar de ambitie heeft een groter bedrijf op te bouwen. „Mensen die nu zonder werk zitten, daarbij moet je je toch afvragen hoe dat komt. Er is zoveel werk. Je moet misschien geluk hebben; iemand tegenkomen die het ergens niet zo naar zijn zin heeft.” De vier hoveniers geven elkaar de tip om contact te houden met hun opleiding en misschien eens een gastles te geven. „Je komt weer makkelijker aan stagelopers; als ze je maar zien en kennen.”
Specialisme
Mecklenfeld wijst erop dat binnen het bedrijf niet alleen allround groenmensen nodig zijn, maar functies ook kunnen worden ingevuld met mensen met een andere achtergrond of interesses. Hij heeft binnen zijn bedrijf teams samengesteld met mensen met verschillende interesses; iemand die straten leuk vindt, een ander die graag met machines werkt, een ander met interesse voor bomen en planten. Ook heeft hij mensen met een achtergrond uit de bouw aangenomen voor houtbouw.
„Vakbekwaam personeel vinden, dat wordt zeker een bottleneck. Mijn uitdaging is op dit moment daarom niet om nog verder te groeien, maar om het team vast te houden”, vat Mecklenfeld samen. „Koesteren wat je hebt. Want zo is het in het groen; als je geen goed personeel hebt kun je geen goede producten afleveren. Als ik er niet was hadden mijn medewerkers geen werk, en als zij er niet waren had ik geen bedrijf. Zo moet je het ook zien.”
Goede arbeidsvoorwaarden
Ook de arbeidsvoorwaarden spelen een rol bij het aantrekken en vasthouden van goede mensen, stellen de jongeren met elkaar vast. Het gesprek komt zo op de gehanteerde tarieven. Want alleen als je een gezond bedrijf hebt dat een goede prijs voor een goed product vraagt, kun
je een buffer opbouwen voor mindere tijden en medewerkers goed belonen.
Mecklenfeld: „We komen uit een slechte tijd; de tarieven zijn nog steeds drama. Maar heb je de ambitie om een goed bedrijf op te bouwen dat moet het tarief ook op een niveau komen waarmee je die ambitie kunt waarmaken. In onze branche verdient nog een groot percentage op papier geen geld omdat die tarieven keihard onder druk staan. Dat kan gewoon niet.” Olaf van Elburg werpt tegen dat hier en daar de tarieven juist uit de pan rijzen. Als voorbeeld wordt genoemd dat naar verluidt in Amsterdam €75,- per uur geen uitzondering is. „Er is heel veel werk en mensen betalen het ook gewoon. Ik hoor verhalen dat hoveniers denken ’ik gooi er een mooie prijs tegenaan en krijg ik die klus dan is dat mooi meegenomen; zo niet dan heb ik toch werk zat’. Ik vind dat je het tarief
dat je in een slechte tijd vraagt ook in de goede tijd moet gebruiken. Dan komen je klanten in een slechte tijd ook weer bij jou terecht.”
Wij hebben het meest onderschatte beroep als je kijkt naar de veelzijdigheid en wat je allemaal moet kunnen. Maar daarom is het ook een ontzettend leuk beroep
Samenwerking
Een tekort aan vakbekwaam personeel is niet voor elke hovenier een acuut probleem. Jochem Molenaar is met 19 jaar oud de Benjamin in het gezelschap. Hij is er nog niet zeker van dat hij zijn bedrijf wel wil laten groeien. „Ik hou de lijnen naar de klant liever zo kort mogelijk en wil het werk perfect afleveren. Je kunt wel anderen voor je laten werken; zzp’ers bijvoorbeeld.”
Dat brengt het gesprek met de vier jongeren op samenwerking met anderen. En na geconstateerd te hebben dat in het vak veel afgunst is en er dus niet echt een goed klimaat heerst om met elkaar op te trekken, blijken deze vier jongeren juist allemaal uit op contacten met vakgenoten. Henri Kievit reageert als Jochem Molenaar vertelt dat hij samenwerkt met andere zzp’ers. „Zo doe ik het ook. Als ik het heel druk heb laat ik een ander bijvoorbeeld een overkapping bouwen of een schuur. Dan heb je wel iets dat staat en goed is. Grondwerk bijvoorbeeld besteden we uit aan een grote onderneming bij ons in de buurt en die voert het perfect uit; daar hoef je dan niets meer aan te doen. Dat geeft veel rust als je op een tuin komt en je gewoon kunt beginnen. Als je het zelf doet kost dat vaak veel meer tijd; gespecialiseerde bedrijven hebben er bijvoorbeeld ook de juiste materialen voor.”
Peter Mecklenfeld is blij te horen dat zijn net iets jongere collega’s open staan voor samenwerking. Hij heeft de website Florum.nl opgezet die inspiratie biedt aan consumenten. Daarop komen aanvragen binnen en hij zoekt partners in het land die vanuit zijn visie die opdrachten mee willen oppakken. „Ik voer gesprekken met anderen over de vraag hoe we elkaar kunnen versterken. Hoveniers zijn over het algemeen vrij eigenwijs en er wordt niet altijd positief over elkaar gepraat. Ik vind dat jammer want we hebben elkaar keihard nodig. Waarom zou je niet met elkaar gaan samenwerken?” Olaf van Elburg is het er roerend mee eens. „Het is toch veel mooier als je een praatje met elkaar kunt maken en elkaar kunt aankijken.”
Duurzaamheid biedt kansen
De vier jonge hoveniers zijn het erover eens dat duurzaamheid kansen creëert. Die kansen ontstaan wanneer je je weet te onderscheiden van de concurrentie door klanten duurzame oplossingen aan te reiken. Peter Mecklenfeld beschrijft een situatie waar tuinen op leemgrond liggen en volgens gemeentelijke regels de regen die er valt niet op het riool mag worden geloosd. „Dat water moet je dus in die tuin verwerken, door twee leemlagen heen. De klant wil geen zwembad en heeft al betaald. Daar moet je dus oplossingen voor bedenken. Dan kom je uit bij groen en hergebruik van water.”
Mecklenfeld betoogt dat dit ook geldt voor de omgang met droogte. „Was afgelopen zomer een incident? Ik denk dat we er rekening mee moeten houden dat dit vaker gaat gebeuren. En het is toch leuk want het biedt ons vak uitdagingen. We moeten preventieve oplossingen bedenken. Met wateroverlast, de droogte, en onkruidbestrijding; als je daar vooraf over nadenkt en je kunt oplossingen bieden, dan sta je al zo ver voor op iemand anders die even langskomt om een schetsje te maken.”
Al snel gaat het gesprek over klanten die hun tuin volledig willen bestraten. Hoe ga je daar dan mee om? Jochem Molenaar: „Die willen een onderhoudsvrije tuin. Ik leg dan uit dat die niet bestaat, wel een onderhoudsarme tuin.” Hij probeert de klant dan te overtuigen van het effect van groen in de tuin. Maar houdt die voet bij stuk „dan kun je niet zeggen dat je dat niet wilt doen.”
Henri Kievit heeft al een poos geen dicht bestrate tuin meer aangelegd. „Het komt nauwelijks meer voor. Als iemand dat wil ken ik ook wel wat stratenmakers. Ik zie er de uitdaging niet in.” Mecklenfeld draagt via zijn website uit dat een tuin met voldoende groen juist minder onderhoud vergt. „Daar schrijf ik op mijn platform veel over onder de noemer Moderne en Onderhoudsvriendelijke Tuinen. Een goed beplante border heeft alleen wat bemesting nodig en wat snoei. Zet dat eens af tegen betonnen bestrating; de voegjes geven altijd gedoe en je moet elke twee weken blazen of vegen.”
In een tuin met voldoende groen is onkruid ook minder een probleem, stellen de vier vast. Dat is dus een mooie preventieve maatregel in een tijd waarin gewasbeschermingsmiddelen in de ban worden gedaan. De vier zijn daarentegen nog niet enthousiast over de alternatieve methoden om onkruid te lijf te gaan in de particuliere sector. Heet water, schuim, branden, bosmaaiers of plukken; „hartstikke leuk, maar de wortels blijven zitten en vier weken later kun je weer”, concludeert Molenaar.
Ben je hovenier ofu00a0ondernemer?
„Tegen mij zeiden ze als klein jongetje al dat ik directeur zou worden. Bij mij zat het er dus al van kinds af aan een beetje in”, vertelt Olaf van Elburg. Hij heeft de ambitie te groeien met zijn nog maar onlangs opgerichte bedrijf.
„Misschien ben ik wel meer ondernemer dan dat ik hovenier wil zijn. Ik weet van mijzelf dat ik niet overal goed in ben. Dan moet je de kracht hebben er anderen bij te halen die daar wel goed in zijn. Ik vind het erg leuk omu00a0dat te te regelen. Je moet het wel echt willen, want op den duur ben je dan zelf dus nietu00a0meer buiten bezig.”u00a0
Peter Mecklenfeld stelt dat hij na tien jaar in het vak na zijn hoveniersopleiding eigenlijk
geen hovenier meer is. „Ik ben nu veel meer ondernemer en teammanager. Mijn belangrijksteu00a0taak is niet meer mooie tuinen makenu00a0maar zorgen dat het bedrijf gezond is en blijft. En dat het team goed draait. Het omslagpuntu00a0zit zo rond vier tot zes werknemers; dan kun je jezelf terugverdienen en ben je meer organisatorisch bezig en kom je de tuin niet meer in. Het is wel belangrijk om je af te vragen als je start of je dat wel wilt.”u00a0
Jochem Molenaar: „Ik wil in de tuin blijven. Vind je het niet jammer dan dat je dat werk niet meer doet?”, vraagt hij aan Mecklenfeld. Die reageert met een glimlach: „Ik heb nog
een eigen tuin.”
„Voor ik mijn bedrijf oprichtte in 2009 heb ik een half jaar genomen om na te denken over de positionering. Als ik nu terugkijk, is dit een belangrijke stap geweest om de basis voor mijn visie op moderne en onderhoudsvriendelijke tuinen te leggen. En door vooral online goed zichtbaar te zijn is het bedrijf inmiddels uitgegroeid tot 16 man personeel en drie vestigingen. In 2015 heb ik Florum.nl opgezet; een online inspiratieplatform voor particulieren dat in het hoogseizoen ruim 1500 bezoekers per dag trekt.”
Over 5 jaar wil ik….
„… een naam hebben opgebouwd in het middenhoge en hogere segment, dat het bedrijf stabiel is ingericht en klaar is voor de toekomst. Een grotere ambitie heb ik met Florum.nl; over drie jaar moet dit het meest waardevolle online platform in ons vakgebied voor particulieren zijn. En met dat concept en mijn visie als rode draad, wil ik partners in het land vinden die mijn visie willen uitdragen en opdrachten kunnen aannemen en uitvoeren, zonder dat ik me zorgen hoef te maken of het goed gebeurt. Met het platform wil ik mensen inspireren en bewust maken over wat je met een budget kunt. Met partners wil ik dat als concept landelijk in de markt zetten. Dat moet er over vijf jaar staan.”
Peter Mecklenfeld
Mecklenfeld Tuinen
Hardenberg
Leeftijd: 29 jaar
Henri Kievit
Henri Kievit Hoveniers
Bergambacht
Leeftijd: 22 jaar
„Ik werk nu drie jaar voor mijzelf. Ik heb twee jongens in dienst en iemand parttime op kantoor. We leggen vooral tuinen aan. We proberen daarbij in een hoger segment terecht te komen. Daarnaast is boomverzorging een specialiteit.”
Over 5 jaar wil ik….
„… een gezond bedrijf met een leuk clubje jongens. Of het er dan tien of twintig zijn, dat is afhankelijk van hoe het zich ontwikkelt. Dat het een gezellige club is vind ik eigenlijk het belangrijkste en daar zet ik mij voor in bijvoorbeeld door bedrijfsuitjes te organiseren. Het bedrijf moet gezond zijn met een bepaalde buffer achter de hand voor een wat mindere tijd. En ik wil dan met elkaar gewoon mooi werk maken.”
„Ik ben pas sinds 1 januari voor mijzelf begonnen. Ik wil mij gaan richten op het wat grotere werk en het bedrijf zo laten groeien dat we mee kunnen doen aan aanbestedingen. Ik wil dus niet klein blijven.”
Over 5 jaar wil ik….
„… opdrachten aannemen en dat bij anderen wegzetten. Ik vind het leuk om dat te regelen, als je er dan ook nog wat aan overhoudt. Ik kom zelf bij een groot hoveniersbedrijf vandaan en dat heeft mij altijd geïnspireerd. Toch zie ik niet gebeuren dat ik over vijf of tien jaar een bedrijf heb met 25 man personeel; dat gaat niet gebeuren. Maar ik hoop wel wat personeel te hebben. Maar in elk geval wil ik niet te snel groeien. Je moet er ook wat van leren.”
Olaf van Elburg
Van Elburg Hoveniers
De Meern
Leeftijd: 26 jaar
Jochem Molenaar
JM Hoveniers
Alphen aan den Rijn
Leeftijd: 19 jaar
„Ik heb vorig jaar mijn eigen hoveniersbedrijf opgericht. Daarbij richt ik mij voornamelijk op tuinaanleg.” Jochem won onlangs een bronzen medaille tijdens de EuroSkills in Budapest.
Over 5 jaar wil ik….
„… nog steeds voor mijzelf werken. Wel met goede zzp’ers om mij heen die je altijd kunt inschakelen. Ik hoop een gezond bedrijf te hebben, dag in dag uit voor mijzelf te kunnen werken en het afwerkingsniveau van de tuin zo hoog mogelijk te houden. In de particuliere tuinen wil ik de wat grotere opdrachten aannemen, ook al ben ik maar alleen. Ik ben nu anderhalf jaar voor mijzelf bezig en ontdek dat je steeds handiger in je eentje wordt. Het lijkt me wel leuk om een stagiair te hebben die je dit mooie vak kunt leren.”